BELGISCH STAATSBLAD — 29.12.2014 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE 106455
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
[C − 2014/11634]
19 DECEMBER 2014. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerking- treding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van econo- misch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigen- domsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van economisch recht, boeken I, XI, XV en XVII; Gelet op de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de
bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI “Intellectuele eigendom” van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft, artikel 10;
Gelet op de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, “Intellectuele eigendom” in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, de artikelen 32, § 2, tweede lid, en 49;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien; Gelet op de wet van 10 januari 1990 betreffende de rechtsbescher-
ming van topografeën van halfgeleiderproducten; Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de
naburige rechten; Gelet op de wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch
recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s;
Gelet op de wet van 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken;
Gelet op de wet van 25 maart 1999 betreffende de toepassing op de Belgen van zekere bepalingen van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 septem- ber 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs, op 24 juli 1971, gedaan te Parijs, op 24 juli 1971 en van het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoe- rende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporgani- saties, gedaan te Rome op 26 oktober 1961;
Gelet op de wet van 15 mei 2006 betreffende de toepassing op de Belgen van zekere bepalingen van het Verdrag van de Wereldorgani- satie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht (WCT), gedaan te Genève op 20 december 1996, en van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT), gedaan te Genève op 20 december 1996;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten;
Gelet op de wet van 10 januari 2011 ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, alsook tot wijziging van diverse bepalingen inzake uitvindingsoctrooien;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI “Intellectuele eigendom” in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangele- genheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI “Intellectuele eigendom” van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[C − 2014/11634]
19 DECEMBRE 2014. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 19 avril 2014 fixant l’entrée en vigueur de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, “Propriété intellectuelle” dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI “Propriété intellectuelle” du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifique au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins
PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Vu le Code de droit économique, les livres I, XI, XV et XVII; Vu la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant
des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI ″Propriété intellectuelle″ du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins, l’article 10;
Vu la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, « Propriété intellectuelle » dans le Code de droit économique et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, les articles 32, § 2, alinéa 2, et 49;
Vu la loi du 28 mars 1984 sur les brevets d’invention; Vu la loi du 10 janvier 1990 concernant la protection juridique des
topographies de produits semi-conducteurs; Vu la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits
voisins; Vu la loi du 30 juin 1994 transposant en droit belge la directive
européenne du 14 mai 1991 concernant la protection juridique des programmes d’ordinateur;
Vu la loi du 31 août 1998 transposant en droit belge la directive européenne du 11 mars 1996 concernant la protection juridique des bases de données;
Vu la loi du 25 mars 1999 relative à l’application aux Belges de certaines dispositions de la Convention de Berne pour la protection des œuvres littéraires et artistiques du 9 septembre 1886, complétée à Paris le 4 mai 1896, révisée à Berlin le 13 novembre 1908, complétée à Berne le 20 mars 1914 et révisée à Rome le 2 juin 1928, à Bruxelles le 26 juin 1948, à Stockholm, le 14 juillet 1967 et à Paris, le 24 juillet 1971, faite à Paris, le 24 juillet 1971 et de la Convention internationale sur la protection des artistes interprètes ou exécutants, des producteurs de phonogrammes et des organismes de radiodiffusion, faite à Rome le 26 octobre 1961;
Vu la loi du 15 mai 2006 relative à l’application aux Belges de certaines dispositions du Traité de l’Organisation Mondiale de la Propriété intellectuelle sur le droit d’auteur (WCT), adopté à Genève, le 20 décembre 1996, et du Traité de l’Organisation mondiale de la Propriété intellectuelle sur les interprétations et exécutions et les phonogrammes (WPPT) adopté à Genève le 20 décembre 1996;
Vu la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle;
Vu la loi du 10 janvier 2011 d’exécution du Traité sur le droit des brevets d’invention et de l’Acte portant révision de la Convention sur la délivrance de brevets européens, et portant modifcation de diverses dispositions en matière de brevets d’invention;
Vu l’arrêté royal du 19 avril 2014 fxant l’entrée en vigueur de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, “Propriété intellectuelle” dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI “Propriété intellectuelle” du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne
106456 BELGISCH STAATSBLAD — 29.12.2014 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE
van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderin- gen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft;
Gelet op het advies 56.796/1 van de Raad van State, gegeven op 8 december 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat voor 1 januari 2015 het taksenstelsel in verband met octrooien en aanvullende beschermingscertifcaten niet kan wor- den hervormd; dat het dus aangewezen is de huidige bepalingen te handhaven;
Overwegende dat de uitvoeringsmaatregelen inzake kwekersrecht niet kunnen worden aangenomen voor 1 januari 2015; dat het bijgevolg aangewezen is de inwerkingtreding van de artikelen I.15, XI.104 tot en met XI.162, XI.339 en XV.103, § 1, 3), a) en § 2, 3), a) van het Wetboek van economisch recht, hierna “WER” genoemd, alsook van de artikelen 37, 38 en 39 van de wet van 19 april 2014 op een latere datum te bepalen;
Overwegende dat wat betreft de uitzondering voor reprografe, voorzien in de artikelen XI.190, 5° en 6° en XI.191, § 1, eerste lid, 1° en 2° WER, en de artikelen XI.235 tot en met XI.239 WER, nadere uitvoeringsmaatregelen moeten genomen worden, en dat bij gebreke aan dergelijke uitvoeringsmaatregelen de bewuste bepalingen niet kunnen toegepast worden en een juridisch vacuüm ontstaat. Dat het derhalve in die context aangewezen is om de geldende bepalingen van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, hierna Auteurswet genoemd, in werking te laten tot de bewuste uitvoeringsmaatregelen uitgevaardigd zijn; dat bijgevolg de artikelen 22, § 1, 4° en 4°bis, en 22bis, § 1, eerste lid, 1° en 2° Auteurswet alsook de artikelen 59 tot en met 61 Auteurswet in werking dienen te blijven tot 31 december 2015, en de voormelde artikelen van het Wetboek van Economisch recht in werking zullen treden op 1 januari 2016;
Overwegende dat wat betreft de zogenaamde billijke vergoeding voor naburige rechthebbenden voor de openbare uitvoering en uitzen- ding via de omroep van hun prestaties, voorzien in de artikelen XI.212 tot en met XI.214 WER, nadere uitvoeringsmaatregelen moeten geno- men worden, en dat bij gebreke aan dergelijke uitvoeringsmaatregelen de bewuste bepalingen niet kunnen toegepast worden en juridische onzekerheid ontstaat; dat het derhalve in die context aangewezen is om de geldende bepalingen van de Auteurswet in werking te laten tot de bewuste uitvoeringsmaatregelen uitgevaardigd zijn; dat de rechten bepaald in de artikelen 41, 42 en 43, eerste lid Auteurswet onder de algemene beschermingsduur van de naburige rechten vallen, zoals bepaald in de artikelen XI.208, eerste, tweede en derde lid en XI.209, § 1, vijfde, zesde en zevende lid; dat bijgevolg de artikelen 41 tot 43, eerste lid Auteurswet in werking dienen te blijven tot 31 december 2015, en de voormelde artikelen van het Wetboek van Economisch recht niet in werking zullen treden tot 1 januari 2016;
Overwegende dat de artikelen XI.226 tot en met XI.228 WER verscheidene taken voorzien voor de Dienst Regulering; dat de Dienst Regulering evenwel op 1 januari 2015 niet operationeel zal kunnen zijn; dat derhalve om juridische onzekerheid te vermijden het aangewezen is de inwerkingtreding van deze artikelen of delen van deze artikelen uit te stellen; dat met betrekking tot artikel XI.228 WER het aangewezen is om dit artikel niet in werking te laten treden voor wat betreft de Dienst Regulering;
Overwegende dat in Boek XI, titel 5, Hoofdstuk 10 van het WER, met als titel “Transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten”, verschillende taken worden toegekend aan de Dienst Regulering van het auteursrecht en de naburige rechten; dat de Dienst Regulering evenwel op 1 januari 2015 niet operationeel zal kunnen zijn; dat derhalve om juridische onzekerheid te vermijden het aangewezen is de inwerkingtreding van deze artikelen, of delen van deze artikelen uit te stellen; dat tegelijkertijd de continuïteit van de controle op de beheersvennootschappen moet verzekerd worden; dat in dat opzicht in artikel XI.279, § 1 WER de woorden “onverminderd het artikel XI.275,” niet inwerking kunnen treden op 1 januari 2015, teneinde mogelijke discussies te vermijden en te verduidelijken dat de Controledienst voor de beheersvennootschappen bevoegd is voor de controle van de wettelijkheid wat betreft de innings-, tariferings- en verdelingsregels, en dat deze dienst eveneens bevoegd is tot de inwerkingtreding van artikel XI.275 om te controleren of de innings-, tariferings- en verde- lingsregels billijk en niet-discriminatoir zijn;
Overwegende dat de artikelen XI.333 tot en met XI.336 WER betreffende de burgerrechtelijke aspecten van de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten in algemene bewoordingen geformu- leerd zijn, zodat ze ook van toepassing kunnen zijn op de intellectuele eigendomsrechten die worden geregeld door vroegere, nog niet krachtens voormelde wet van 19 april 2014 opgeheven bepalingen;
l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins;
Vu l’avis 56.796/1 du Conseil d’Etat, donné le 11 décembre 2014, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;
Considérant qu’il ne pourra être procédé à la réforme des taxes en matière de brevets et de certifcats complémentaires de protection avant le 1er janvier 2015; qu’il convient donc de maintenir en vigueur les dispositions actuelles en la matière;
Considérant que les mesures d’exécution en matière de droit d’obtenteur ne pourront être adoptées avant le 1er janvier 2015; qu’en conséquence, il convient de fxer à une date ultérieure l’entrée en vigueur des articles I.15, XI.104 à XI.162, XI.339 et XV.103, § 1er, 3), a), et § 2, 3), a), du Code de droit économique, appelé ci-après « CDE », ainsi que des articles 37, 38 et 39 de la loi du 19 avril 2014;
Considérant qu’en ce qui concerne l’exception pour reprographie, prévue aux articles XI.190, 5° et 6° et XI.191, § 1er, alinéa 1er, 1° et 2° CDE, et aux articles XI.235 à XI.239 CDE, des mesures d’exécution supplémentaires doivent être prises et que, à défaut de telles mesures d’exécution, les dispositions concernées ne peuvent pas être appli- quées, créant un vide juridique; que dans ce contexte, il est par conséquent indiqué de maintenir en vigueur les dispositions actuelles de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins, appelée ci-après loi droit d’auteur, jusqu’à ce que les mesures d’exécution concernées soient prises; que par conséquent, les articles 22, § 1er, 4° et 4°bis, et 22bis, § 1er, alinéa 1er ,1° et 2° loi droit d’auteur ainsi que les articles 59 à 61 loi droit d’auteur doivent rester en vigueur jusqu’au 31 décembre 2015, et que les articles précités du Code de droit économique entreront en vigueur le 1er janvier 2016;
Considérant qu’en ce qui concerne la rémunération équitable pour ayants droit voisins pour l’exécution publique et la radiodiffusion de leurs prestations, prévue aux articles XI.212 à XI.214 CDE, des mesures d’exécution supplémentaires doivent être prises et qu’à défaut de telles mesures d’exécution, les dispositions concernées ne peuvent pas être appliquées, créant de l’insécurité juridique; que dans ce contexte, il est par conséquent indiqué de maintenir en vigueur les dispositions d’application de la loi droit d’auteur jusqu’à ce que les mesures d’exécution concernées soient prises; que les droits prévus aux articles 41, 42 et 43, alinéa 1er loi droit d’auteur relèvent de la durée générale de protection des droits voisins, telle que fxée aux arti- cles XI.208, alinéa 1er, 2 et 3, et XI.209, § 1er, alinéas 5, 6 et 7; que par conséquent les articles 41 à 43, alinéa 1er loi droit d’auteur doivent rester en vigueur jusqu’au 31 décembre 2015, et que les articles précités du Code de droit économique n’entreront pas en vigueur avant le 1er janvier 2016;
Considérant que les articles XI.226 à XI.228 CDE prévoient différentes tâches pour le Service de régulation; que le Service de régulation ne pourra cependant pas être opérationnel le 1er janvier 2015; qu’il est par conséquent indiqué, afn d’éviter l’insécurité juridique, de reporter l’entrée en vigueur de ces articles ou de parties de ces articles; qu’il est indiqué, concernant l’article XI.228 CDE, de ne pas faire entrer cet article en vigueur en ce qui concerne le Service de régulation;
Considérant que le Livre XI, titre 5, Chapitre 10 du CDE, intitulé “De la transparence du droit d’auteur et des droits voisins”, attribue différentes tâches au Service de régulation du droit d’auteur et des droits voisins; que le Service de régulation ne pourra cependant pas être opérationnel le 1er janvier 2015; qu’il est par conséquent indiqué, afn d’éviter l’insécurité juridique, de reporter l’entrée en vigueur de ces articles ou de parties de ces articles; qu’en même temps la continuité du contrôle des sociétés de gestion doit être assurée; qu’à cet égard, les mots “Sans préjudice de l’article XI.275,” de l’article XI.279, § 1er CDE ne peuvent pas entrer en vigueur le 1er janvier 2015, afn d’éviter des discussions éventuelles et de préciser que le Service de contrôle des sociétés de gestion est compétent pour le contrôle de légalité, en ce qui concerne les règles de perception, de tarifcation et de répartition, et que ce service est également compétent, jusqu’à l’entrée en vigueur de l’article XI.275, pour contrôler que les règles de perception, de tarifcation et de répartition sont équitables et non discriminatoires;
Considérant que les articles XI.333 à XI.336 CDE relatifs aux aspects civils de la protection des droits de propriété intellectuelle sont formulés de manière générale, de sorte qu’ils peuvent s’appliquer également aux droits de propriété intellectuelle régis par des disposi- tions légales antérieures non encore abrogées en vertu de la loi du 19 avril 2014 précitée;
BELGISCH STAATSBLAD — 29.12.2014 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE 106457
Overwegende dat de artikelen XI.340 en XI.341 WER de bevoegde rechtbanken regelen in verband met de vorderingen van de Dienst Regulering; dat de Dienst Regulering op 1 januari 2015 niet operatio- neel zal kunnen zijn; dat het daarom aangewezen is de inwerkingtre- ding van deze artikelen uit te stellen tot 1 januari 2016;
Overwegende dat in boek XV WER verscheidene bevoegdheden en actiemiddelen worden toegekend aan de Dienst Regulering voor het auteursrecht en de naburige rechten; dat de Dienst Regulering evenwel op 1 januari 2015 niet operationeel zal kunnen zijn; dat derhalve om juridische onzekerheid te vermijden het aangewezen is de inwerking- treding van deze artikelen, of delen van deze artikelen uit te stellen; dat in dat opzicht artikel XV.25/4 WER wat betreft de ambtenaren van de Dienst Regulering niet in werking kan treden op 1 januari 2015; dat ook artikel XV.31/2 WER niet in werking kan treden op 1 januari 2015;
Overwegende dat het artikel XVII.14 WER, ingevoegd bij het artikel 6 van de wet van 10 april 2014, en de artikelen XVII.15 tot XVII.20 WER, ingevoegd bij het artikel 24 van de wet van 19 april 2014, in algemene bewoordingen zijn geformuleerd, zodat ze ook van toepassing kunnen zijn op de intellectuele eigendomsrechten die worden geregeld door vroegere, nog niet krachtens voormelde wet van 19 april 2014 opgeheven bepalingen;
Overwegende dat het artikel 32, § 2, tweede lid van voormelde wet van 19 april 2014 in werking is getreden op 12 juni 2014; dat krachtens dit artikel het huidige koninklijke besluit er onder meer toe strekt, de datum vast te stellen waarop bepaalde wetten of sommige artikelen van die wetten bedoeld in artikel 32, § 2, eerste lid, worden opgeheven;
Op de voordracht van de Minister van Economie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. — Wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft, wordt vervangen als volgt :
“ Artikel 1. De bepalingen van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en de bepalingen van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft, alsook de bepalingen ingevoegd bij deze wetten in het Wetboek economisch recht, treden in werking op 1 januari 2015, met uitzonde- ring van artikel 32, § 2, eerste lid, en onverminderd artikel 60 van het koninklijk besluit van 4 september 2014 ter uitvoering van de bepalingen betreffende de uitvindingsoctrooien van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI, ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek en artikel 6, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 4 september 2014 ter uitvoering van de bepalingen betreffende de aanvullende beschermingscertifcaten van de wet van 19 april 2014
Considérant que les articles XI.340 et XI.341 CDE déterminent la juridiction compétente en rapport avec les actions du Service de régulation; que le Service de régulation ne pourra pas être opérationnel le 1er janvier 2015; qu’il est par conséquent indiqué de reporter l’entrée en vigueur de ces articles jusqu’au 1 janvier 2016;
Considérant que le Livre XV CDE attribue différents moyens d’action et compétences au Service de régulation du droit d’auteur et des droits voisins; que le Service de régulation ne pourra cependant pas être opérationnel le 1er janvier 2015; qu’il est par conséquent indiqué, afn d’éviter de l’insécurité juridique, de reporter l’entrée en vigueur de ces articles ou de parties de ces articles; qu’à cet égard, l’article XV.25/4 CDE en ce qui concerne les agents du Service de régulation, ne peut pas entrer en vigueur le 1er janvier 2015; que l’article XV.31/2 CDE ne peut pas non plus entrer en vigueur le 1er janvier 2015;
Considérant que l’article XVII.14 CDE, inséré par l’article 6 de la loi du 10 avril 2014, et les articles XVII.15 à XVII.20 CDE, insérés par l’article 24 de la loi du 19 avril 2014, sont formulés de manière générale, de sorte qu’ils peuvent s’appliquer également aux droits de propriété intellectuelle régis par des dispositions antérieures non encore abrogées en vertu de la loi du 19 avril 2014 précitée;
Considérant que l’article 32, § 2, alinéa 2, de la loi du 19 avril 2014 précitée est entré en vigueur le 12 juin 2014; qu’en vertu de cet article, le présent arrêté royal a notamment pour objet de fxer la date d’abrogation de certaines lois ou de certains articles des lois visées à l’article 32, § 2, alinéa 1er;
Sur la proposition du Ministre de l’Economie,
Nous avons arrêté et arrêtons :
CHAPITRE 1er. — Modifications apportées à l’arrêté royal du 19 avril 2014 fixant l’entrée en vigueur de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, ″Propriété intellectuelle″ dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI ″Propriété intellectuelle″ du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifique au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins
1erArticle . L’article 1er de l’arrêté royal du 19 avril 2014 fxant l’entrée en vigueur de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, “Propriété intellectuelle” dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI “Propriété intellectuelle” du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins, est remplacé par ce qui suit :
« Article 1er. Les dispositions de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, ″Propriété intellectuelle″ dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et les dispositions de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI ″Propriété intellectuelle″ du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins, ainsi que les dispositions insérées par ces lois dans le Code de droit économique, entrent en vigueur le 1er janvier 2015, à l’exception de l’article 32, § 2, alinéa 1er, et sans préjudice de l’article 60 de l’arrêté royal du 4 septembre 2014 relatif à la mise en œuvre des dispositions relatives aux brevets d’invention de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, « Propriété intellectuelle » dans le Code de droit économique et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code, et de l’article 6, 1° et 2°, de l’arrêté royal du 4 septembre 2014 relatif à la mise en œuvre des dispositions relatives aux certifcats complémentaires de protection de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, « Propriété intellectuelle » dans le Code de droit économique et portant insertion
106458 BELGISCH STAATSBLAD — 29.12.2014 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE
houdende de invoeging van boek XI, ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek.”.
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1quater ingevoegd, luidende :
“Artikel 1quater. In afwijking van artikel 1, treden in werking op 1 juli 2015 :
1° het artikel I.15 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
2° de artikelen XI.104 tot en met XI.162, XI.175 tot en met XI.178 en XI.339 van het Wetboek van economisch recht, respectievelijk inge- voegd bij artikel 3 van voormelde wet van 19 april 2014 en artikel 4 van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transpa- rantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft;
3° het artikel XV.103, § 1, 3), a), en § 2, 3), a), van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 15 van voormelde wet van 19 april 2014;
4° de artikelen 37, 38 en 39 van voormelde wet van 19 april 2014.”.
Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1quinquies ingevoegd, luidende :
“ Artikel 1quinquies. In afwijking van artikel 1, treden in werking op 1 januari 2016 :
1° het artikel I.16, 4°, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, ″Intellectuele eigendom″ in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
2° de artikelen XI.190, 5° en 6°, XI.191, § 1, eerste lid, 1° en 2°, XI.212 tot en met XI.214, XI.226, XI.227, XI.228, § 1 voor wat betreft de Dienst Regulering, XI.235 t.e.m. XI.239, XI. 253, § 2, laatste lid, XI.274 tot en met XI.278, de woorden “onverminderd artikel XI.275” van artikel XI.279, § 1, artikel XI.286, § 1 voor wat betreft de ambtenaren van de Dienst Regulering, artikel XI.286, §§ 2 en 3 voor wat betreft de Dienst Regulering en artikel XI.288 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 3 van voormelde wet van 19 april 2014;
3° de artikelen XI.340 en XI.341, § 1, eerste lid, 1°, §§ 2 en 3 voor wat betreft de Dienst Regulering, en § 5, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 5 van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI ″Intellectuele eigendom″ van het Wetboek van economisch recht, houdende invoe- ging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten;
4° artikel XV.25/4 voor wat betreft de ambtenaren van de Dienst Regulering, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 4 van voormelde wet van 19 april 2014;
5° artikel XV.31/2 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 10 van voormelde wet van 19 april 2014;
6° het artikel 7 van voormelde wet van 10 april 2014, voor wat betreft het artikel XI.340 en XI.341, § 1, eerste lid, 1°, §§ 2 en 3 voor wat de Dienst Regulering betreft, en § 5 van het Wetboek van economisch recht.”.
des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code. ».
Art. 2. Dans le même arrêté, il est inséré un article 1erquater rédigé comme suit :
« Article 1erquater. Par dérogation à l’article 1er, entrent en vigueur le 1er juillet 2015 :
1° l’article I.15 du Code de droit économique, inséré par l’article 2 de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, “Propriété intellectuelle” dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code;
2° les articles XI.104 à XI.162, XI.175 à XI.178 et XI.339 du Code de droit économique, insérés respectivement par l’article 3 de la loi du 19 avril 2014 précitée et par l’article 4 de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI ″Propriété intellectuelle″ du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins;
3° l’article XV.103, § 1er, 3), a), et § 2, 3), a), du Code de droit économique, inséré par l’article 15 de la loi du 19 avril 2014 précitée;
4° les articles 37, 38 et 39 de la loi du 19 avril 2014 précitée. ».
Art. 3. Dans le même arrêté, il est inséré un article 1erquinquies rédigé comme suit :
« Article 1erquinquies. Par dérogation à l’article 1er, entrent en vigueur le 1er janvier 2016 :
1° l’article I.16, 4°, du Code de droit économique, inséré par l’article 2 de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, “Propriété intellectuelle” dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code;
2° les articles XI.190, 5° et 6°, XI.191, § 1er, alinéa 1er, 1° et 2°, XI.212 à XI.214, XI.226, XI.227, XI.228, § 1er en ce qui concerne le Service de régulation, XI.235 à XI.239, XI.253, § 2, dernier alinéa, XI.274 à XI.278, les mots « sans préjudice de l’article XI.275 » de l’article XI.279, § 1er, l’article XI.286, § 1er en ce qui concerne les agents du Service de régulation, l’article XI.286, §§ 2 et 3, en ce qui concerne le Service de régulation et l’article XI.288 du Code de droit économique insérés par l’article 3 de la loi du 19 avril 2014 précitée;
3° les articles XI.340 et XI.341, § 1er, alinéa 1er, 1°, §§ 2 et 3, en ce qui concerne le Service de régulation, et § 5 du Code de droit économique, insérés par l’article 5 de la loi du 10 avril 2014 portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l’article 77 de la Constitution dans le livre XI ″Propriété intellectuelle″ du Code de droit économique, portant insertion d’une disposition spécifque au livre XI dans le livre XVII du même Code, et modifant le Code judiciaire en ce qui concerne l’organisation des cours et tribunaux en matière d’actions relatives aux droits de propriété intellectuelle et à la transparence du droit d’auteur et des droits voisins;
4° l’article XV.25/4, en ce qui concerne les agents du Service de régulation, du Code de droit économique inséré par l’article 4 de la loi du 19 avril 2014 précitée;
5° l’article XV.31/2 du Code de droit économique inséré par l’article 10 de la loi du 19 avril 2014 précitée;
6° l’article 7 de la loi du 10 avril 2014 précitée, en ce qui concerne l’article XI.340 et XI.341, § 1er, alinéa 1er, 1°, §§ 2 et 3, en ce qui concerne le Service de régulation, et § 5 du Code de droit économique. ».
BELGISCH STAATSBLAD — 29.12.2014 − Ed. 3 — MONITEUR BELGE 106459
HOOFDSTUK 2. — Opheffingsbepalingen
Art. 4. Worden opgeheven op 1 januari 2015 :
1° in de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien :
a) artikel 52, §§ 4 tot en met 6, gewijzigd bij de wet van 9 mei 2007;
b) artikel 53, vervangen bij de wet van 9 mei 2007;
c) artikel 73, gewijzigd bij de wet van 10 mei 2007;
d) artikel 74;
2° het artikel 53 van de wet van 10 januari 2011 ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, alsook tot wijziging van diverse bepalingen inzake uitvindingsoctrooien;
3° de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, laatst gewijzigd bij de wet van 31 december 2012, met uitzondering van artikelen 11 tot 13, 22, § 1, 4° en 4°bis, 22bis, § 1, eerste lid, 1° en 2°, 41, 42 en 43, eerste lid, 59 tot 61 en 92, § 2, tweede en derde lid;
4° de wet van 25 maart 1999 betreffende de toepassing op de Belgen van zekere bepalingen van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971, gedaan te Parijs op 24 juli 1971 en van het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, produ- centen van fonogrammen en omroeporganisaties, gedaan te Rome op 26 oktober 1961;
5° de wet van 15 mei 2006 betreffende de toepassing op de Belgen van zekere bepalingen van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht (WCT), gedaan te Genève op 20 december 1996, en van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT), gedaan te Genève, op 20 december 1996;
6° de wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007;
7° de wet van 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbe- scherming van databanken, laatst gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008;
8° de wet van 10 januari 1990 betreffende de rechtsbescherming van topografeën van halfgeleiderproducten, laatst gewijzigd bij de wet van 10 mei 2007;
9° de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten, met uitzondering van artikelen 1 tot 7 en van artikel 8, § 1, eerste lid, 3), a), en tweede lid, voor zover dit lid van toepassing is op de aangelegenheid geregeld overeenkomstig de wet van 20 mei 1975 tot bescherming van kweek- producten en § 2, 3), a).
HOOFDSTUK 3. — Slotbepalingen
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2014.
Art. 6. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Economie, K. PEETERS
CHAPITRE 2. — Dispositions abrogatoires
Art. 4. Sont abrogés le 1er janvier 2015 :
1° dans la loi du 28 mars 1984 sur les brevets d’invention :
a) l’article 52, §§ 4 à 6, modifés par la loi du 9 mai 2007;
b) l’article 53, remplacé par la loi du 9 mai 2007;
c) l’article 73, modifé par la loi du 10 mai 2007;
d) l’article 74;
2° l’article 53 de la loi du 10 janvier 2011 d’exécution du Traité sur le droit des brevets d’invention et de l’Acte portant révision de la Convention sur la délivrance de brevets européens, et portant modif- cation de diverses dispositions en matière de brevets d’invention;
3° la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins, modifée en dernier lieu par la loi du 31 décembre 2012, à l’exception des articles 11 à 13, 22, § 1er, 4° et 4°bis, 22bis, § 1er, alinéa 1er, 1° et 2°, 41, 42 et 43, alinéa 1er, 59 à 61 et 92, § 2, alinéas 2 et 3;
4° la loi du 25 mars 1999 relative à l’application aux Belges de certaines dispositions de la Convention de Berne pour la protection des oeuvres littéraires et artistiques du 9 septembre 1886, complétée à Paris le 4 mai 1896, révisée à Berlin le 13 novembre 1908, complétée à Berne le 20 mars 1914 et révisée à Rome, le 2 juin 1928, à Bruxelles, le 26 juin 1948, à Stockholm, le 14 juillet 1967 et à Paris, le 24 juillet 1971, faite à Paris, le 24 juillet 1971 et de la Convention internationale sur la protection des artistes interprètes ou exécutants, des producteurs de phonogrammes et des organismes de radiodiffusion, faite à Rome, le 26 octobre 1961;
5° la loi du 15 mai 2006 relative à l’application aux belges de certaines dispositions du Traité de l’Organisation mondiale de la Propriété intellectuelle sur le droit d’auteur (WCT), adopté à Genève, le 20 décembre 1996, et du Traité de l’Organisation mondiale de la Propriété intellectuelle sur les interprétations et exécutions et les phonogrammes (WPPT) adopté à Genève, le 20 décembre 1996;
6° la loi du 30 juin 1994 transposant en droit belge la Directive européenne du 14 mai 1991 concernant la protection juridique des programmes d’ordinateur, modifée en dernier lieu par la loi du 15 mai 2007;
7° la loi du 31 août 1998 transposant en droit belge la Directive européenne du 11 mars 1996 concernant la protection juridique des bases de données, modifée en dernier lieu par la loi du 8 juin 2008;
8° la loi du 10 janvier 1990 concernant la protection juridique des topographies de produits semi-conducteurs, modifée en dernier lieu par la loi du 10 mai 2007;
9° la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle, à l’exception des articles 1er à 7 et de l’article 8, § 1er, alinéa 1er, 3), a), et alinéa 2, en tant que cet alinéa s’applique à la matière réglée par la loi du 20 mai 1975 sur la protection des obtentions végétales et le § 2, 3) a).
CHAPITRE 3. — Dispositions finales
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le 31 décembre 2014.
Art. 6. Le ministre ayant l’Economie dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 19 décembre 2014.
PHILIPPE
Par le Roi :
Le Ministre de l’Economie, K. PEETERS